In de post over de belichtingsdriehoek heb ik de samenhang van diafragma, sluitertijd en ISO-waarde besproken en nu is de vraag “wat kun je er mee?”.
Tijd-voorkeur
In de AUTO-stand laten we de instellingen volledig over aan de camera. Waarom willen we wat meer controle hebben? De camera weet bijvoorbeeld niet dat we een snel bewegend insect willen fotograferen. Bij de AUTO-stand is de kans groot dat we alleen maar een wazige vlek op de foto zien. Door de camera op Tijd-voorkeur (S, T of Tv) te zetten kunnen we zelf de sluitertijd bepalen, zeg 1/1000ste van een seconde. Afhankelijk hoe snel het insect beweegt of hoe dichtbij hij is moet je de sluitertijd aanpassen om het insect te “bevriezen”. Om dus bij de verkorting van de sluitertijd dezelfde belichting te krijgen kiest mijn camera (Nikon Z5) ervoor om het diafragma te vergroten.
105mm, f/8, 1/640s, ISO 1250 |
Let op: de camera gaat bij het aanpassen niet verder dan het grootste diafragma, daarna wordt de ISO-waarde verhoogd. Omgekeerd, als je de sluitertijd verlengt dan wordt het diafragma verkleind, maar nooit lager dan de kleinste diafragma. Dan stopt de camera met compenseren.
Diafragma-voorkeur
105mm, f/5, 1/60s, ISO 250 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten