15 juni 2024

Boek over Insectenfotografie

Via een vriend kreeg ik de aankondiging van een nieuw boek over het fotograferen van insecten doorgestuurd. Tot mijn verrassing bleek het van een oud-collega te zijn: My Journey into Insect Photography door Mark Overmars. Per hoofdstuk beschrijft hij een aspect van het fotograferen van insecten: waar kun je de insecten vinden, welke camera en lens, hoe de foto’s te bewerken etc. Het fotograferen van insecten heeft veel parallellen met macrofotografie van bloemen, maar is ook moeilijker omdat ze klein zijn en bewegen. Zijn “reis” was voor mij in veel opzichten heel herkenbaar. Veel dingen wist ik wel, al heeft hij zaken veel beter uitgezocht en inzichtelijker gemaakt. Het is een plezier om zijn boek te lezen. Ik raad het jullie aan.

Diafragmavoorkeur, 105mm, f/20, 1/125sec, ISO 2500

Door zijn inspirerende kijk op het fotograferen van insecten ben ik gaan kijken naar de foto’s van insecten die ik vóór mijn hersenbloeding had gemaakt. Met mijn nieuwe camera ben ik er om verschillende redenen nog niet aan toe gekomen. Dat was toen met een Nikon D800 met de 105mm macrolens van Nikon en geen flitser. Door dit verhaaltje heen staan wat foto’s met informatie over de camera-instellingen.

Diafragmavoorkeur, 300mm, f/14, 1/320sec, ISO 1000

Nog even los van het vinden van insecten zijn er best wat uitdagingen. Eigenlijk gaat het om het vinden van de juiste compromis. Idealiter wil je het insect beeldvullend en volledig scherp fotograferen. Beeldvullend betekent bij een 1:1 vergroting van de macrolens dat je er dicht op moet zitten. Om in dat geval nog wat scherptediepte te hebben moet je je lens bijna helemaal dichtdraaien. Gevolg is dat je in de bosjes in het donker zit (of een heel hoge ISO-waarde hebt).

Diafragmavoorkeur, 105mm, f/6.3, 1/125sec, ISO 400

Hoe lossen we dat op? Allereerst door wat afstand te nemen, daarmee krijg je gratis wat meer scherptediepte. Een ander voordeel is dat je het insect niet stoort. Door ook een flitser te gebruiken krijg je bij diafragma f/13 (suggestie van Mark) voldoende licht en wordt de beweging van het insect bevroren. Bij f/13 voor een 105mm lens op een afstand van 75cm heb je een scherptediepte van 3,4cm (berekend met app genaamd Simple DoF). Als dat niet genoeg is kun je de foto vanaf 1m nemen dan heb je een scherptediepte van 6,3cm. Je moet wel rekening houden met het feit dat 1/3 deel van de scherptediepte voor het scherpstelpunt ligt en 2/3 deel er achter. 

Diafragmavoorkeur, 105mm, f/10, 1/125sec, ISO 1000

Door meer afstand te nemen staat het insect kleiner op de foto. Door te croppen (een klein stuk van de foto te kiezen en de rest weg te gooien) krijg je het insect weer beeldvullend. Met het huidig aantal megapixels is dat best te doen. De Nikon D800 heeft 36,3 megapixels.

Handmatig, 105mm, f/9, 1/1000sec, ISO 5000

Reflecterend om mijn foto’s. Alle foto’s zijn met de hand genomen met mijn macrolens (op één na). Allemaail heb ik gecropped en dat is met 36,3 megapixels geen probleem. Autofocus werkt heel goed (eerlijkheidshalve laat ik alleen de foto’s zien die gelukt zijn). Foto’s met de kop naar de camera zijn het interessantst. Bij vliegende insecten moet je een heel korte sluitertijd gebruiken. Tot slot, een wat hogere ISO-waarde is voor een internet-foto geen probleem. 

Geïnspireerd door Mark ga ik nu experimenteren met mijn nieuwe Nikon Z5 met dezelfde 105mm macrolens van Nikon en een ringflitser van Nissin. Een mooi onderwerp voor een komend verhaaltje.

Geen opmerkingen: